Onderzoek in opdracht

  • jan 2022
  • 499
Forensische GGz

Wij doen regelmatig onderzoek in opdracht van andere organisaties. Ook doen we soms onderzoek dat niet binnen een van onze vaste onderzoeksthema's valt. Voorwaarde is dat het onderzoek past binnen onze missie en ambitie.

Onderzoeksprojecten

Kijken naar keuzes

  • Looptijd: oktober 2015 - oktober 2016
  • Onderzoekers: Drs. Ed Hilterman (GGzE), Dr. Diana Roeg (GGzE), Dr. Ilja Bongers (GGzE) en Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University)
  • Gefinancierd door: NWO, Programma Geweld Tegen Psychiatrische Patiënten

Bijna de helft van alle Nederlanders krijgt ooit te maken met huiselijk geweld. Ruim 60% hiervan betreft (ex-)partnergeweld. Het merendeel van de slachtoffers is vrouw. Het stoppen van geweld in een relatie is zeer gecompliceerd en de slachtoffers hebben meestal een groot aantal problemen op te lossen en moeilijke besluiten te nemen alvorens zicht te hebben op een geweldloze situatie. Veel vrouwelijke slachtoffers blijven bij hun partner en meer dan de helft van hen die terugkeert, wordt opnieuw slachtoffer. Bovendien worden effectieve interventies belemmert door het gebrek aan inzicht in de motieven van de keuzes van vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld.

Met behulp van de Decision-making In Abusive Relationships Interview (DIARI), een beoordelingsinstrument om de zorgbehoeften te identificeren, proberen we meer zicht te krijgen op de interventiebehoeften van vrouwelijke slachtoffers. In een cluster gerandomiseerd onderzoek wordt getoetst of toepassing van de DIARI in de klinische praktijk bijdraagt aan de afname van partnergeweld (revictimisatie) onder cliënten die hiervoor zorg ontvangen. Daarnaast wordt in het onderzoek gekeken of gebruik van de DIARI bijdraagt aan de afname van psychische problematiek, toename van kwaliteit van leven en afname van divers hulpzoekgedrag. Bij de hulpverlening wordt onderzocht of het bijdraagt aan inzicht in de zorgbehoefte van de vrouwelijke slachtoffers.

Evaluatieonderzoek Team Complexe Casuïstiek

  • Looptijd: 2015 - heden
  • Projectleiders: Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University), Marc Noom (GGzE) en Emma Hofstra (Tranzo)

Binnen de gemeente Tilburg bestaat een conceptlijst van ca. 75 mensen met dermate complexe problematiek dat zij in aanmerking komen voor het Team Complexe Casuïstiek (TCC). Een aanzienlijk deel van hen is bekend bij Veilig Thuis (als dader of als getuige) en bijna de helft van deze groep is jonger dan 25 jaar. Ze hebben wat betreft achtergrond een aantal duidelijke overeenkomsten: een laag IQ, psychische problemen, verslavingsproblematiek, ze zijn bekend bij SMO Traverse en/of bij de RIBW. Tevens is er sprake van forse overlast en criminaliteit (al dan niet binnen het gezinssysteem). Intergenerationele overdracht van geweld en criminaliteit speelt daarbij ook een rol. Vanuit het Zorg- en Veiligheidshuis is de inzet om, met een ketenoverstijgende aanpak, mensen met complexe problematiek goed in beeld te krijgen met als doel om zorg en begeleiding te bieden die aansluit op het individu. Hierbij wordt nauw samengewerkt met (maatschappelijke) zorginstellingen, justitie/politie en gemeenten. Tranzo is gevraagd een onderzoeksvoorstel in te dienen voor een evaluatie van het TCC. Inmiddels is deze aanvraag gehonoreerd.

Effectieve herstelgerichte interventies voor psychotische patiënten in de forensische psychiatrie

  • Looptijd: 2014 - heden
  • Projectleiders: Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University) en Drs. Sonja van Rooijen (Trimbos Instituut)
  • Gefinancierd door:Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ)

Doel van dit project is tweeledig: enerzijds de praktijk voorzien van nieuwe wetenschappelijke kennis op het terrein van rehabilitatie en herstel van forensisch psychiatrische patiënten met psychotische stoornissen en anderzijds de kennis uit dit onderzoek opnemen in het huidige Zorgprogramma Psychotische Stoornissen.

Facilitatie en evaluatie van het gebruik van de ForCA QuickScan

  • Looptijd: afgerond in 2013
  • Onderzoekers: Ilja Bongers, Thomas Widdershoven, Chijs van Nieuwenhuizen
  • Gefinancierd door: ForCA
  • Publicatie: Widdershoven, T.F.P., Bongers, I.L., & Van Nieuwenhuizen, Ch. (2013). ForCA Quickscan. Snel zicht op bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie van gedragsinterventies. Den Dolder: ForCA.

Implementeren van gedragsinterventies is niet eenvoudig. De door ForCA ontwikkelde QuickScan beschrijft bevorderende en belemmerende factoren voor het implementeren van een gedragsinterventie binnen de justitiële jeugdinrichtingen en de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie. De ForCA QuickScan is een online module die voor iedereen vrij toegankelijk is (www.forca.nu). Het doel van dit project is tweeledig:

  • facilitatie van het gebruik van de ForCA QuickScan
  • evaluatie van het gebruik van de ForCA QuickScan door aan ForCA verbonden instellingen.

Bevindingen

Uit de 37, tijdens het project ingevulde ForCA QuickScans, blijkt dat de gedragsinterventies over het algemeen geschikt zijn voor de doelgroep en dat het personeel klaar is om met de interventies te gaan werken. De belemmerende factoren om de gedragsinterventies goed te implementeren hebben volgens de respondenten vooral te maken met de organisatiestructuur, randvoorwaarden en de aansluiting van de interventie bij de dagelijkse praktijk.

De ForCA QuickScan is volgens de respondenten relatief snel in te vullen en biedt duidelijke aanknopingspunten voor de implementatie van de gedragsinterventie. Het gaan gebruiken van een nieuwe gedragsinterventie in een organisatie kan op verschillende niveaus vastlopen. Om optimaal te kunnen profiteren van de informatie van de ForCA QuickScan is het daarom goed om het instrument door diverse medewerkers met verschillende disciplines in te vullen. Het door meerdere disciplines invullen en bespreken van de resultaten bevordert de implementatie van de gedragsinterventie; ongeacht wat de uitkomst van de ForCA QuickScan is.

Conclusie

De ForCA QuickScan is een instrument dat richting kan geven aan implementatietrajecten. Het is een bruikbaar en makkelijk toepasbaar instrument voor organisaties. De organisaties kunnen de ForCA QuickScan zowel gebruiken bij nieuwe implementatietrajecten als bij het evalueren van al lopende implementatietrajecten. Een belangrijke meerwaarde van het instrument is dat het de respondent dwingt om volledig te zijn. De ForCA QuickScan biedt een duidelijke denkrichting en maakt verschillende perspectieven op implementatietrajecten inzichtelijk.

Kwaliteit van leven van gemarginaliseerde groepen

  • Looptijd: afgerond in 2013
  • Onderzoeker: José Buitendijk
  • Begeleiders: Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University), Prof. dr. Henk Garretsen (Tilburg University), Prof. dr. Judith Wolf (UMC St. Radboud)
  • Gefinancierd door: Stichting Maatschappelijke Opvang Midden-Brabant Traverse

In de maatschappelijke opvang in Tilburg wordt gewerkt met de methodiek van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen. Onderzocht wordt of er samenhang bestaat tussen de mate van modelgetrouw werken en kwaliteit van leven, woonwensen, zorgbehoefte en rehabilitatiedoelen van (ex) dak- en thuislozen.

Ontwikkeling van een QuickScan van bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie van gedragsinterventies

  • Looptijd: afgerond in 2013
  • Onderzoekers: Ilja Bongers, Thomas Widdershoven, Chijs van Nieuwenhuizen
  • Gefinancierd door: ForCA

Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen in welke factoren een bevorderende of belemmerende werking hebben bij het invoeren van gedragsinterventies in instellingen. Door het ontwikkelen van een QuickScan, waarin deze factoren beschreven worden, kan dit gerealiseerd worden. Bij het invoeren van een gedragsinterventie kan men door het invullen van de QuickScan vooraf duidelijkheid krijgen over de problemen die zullen spelen bij de invoering en hoe deze het beste opgelost kunnen worden.

TBS-behandeling geprofileerd: een gestructureerde casussenanalyse

  • Looptijd: afgerond in 2011
  • Onderzoekers: Chijs van Nieuwenhuizen, Stefan Bogaerts, Lisette de Ruijter, Ilja Bongers, Monique Coppens, Roel Meijers
  • Gefinancierd door: WODC
  • Publicatie: Nieuwenhuizen, Ch. van, Bogaerts, S., Ruijter, E.A.W. de, Bongers, I.L., Coppens, M., & Meijers, R.A.A.C. (2011). TBS-behandeling geprofileerd: een gestructureerde casussenanalyse. Eindhoven: GGzE. ISBN 978-90- 818341-0-0.

Dit rapport vormt de weerslag van een inventariserend, beschrijvend onderzoek en een kwantitatieve analyse van een representatieve steekproef van tbs-gestelden. In het eerste deel zijn de kenmerken van de onderzoekspopulatie, de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel, de vormgeving van de tenuitvoerlegging, het formele wettelijke kader, knelpunten en de vraag hoe de tenuitvoerlegging - en meer bepaald de behandeling- aansluit bij het wetenschappelijk onderzoek, beschreven. In het tweede deel zijn profielen van de groep onderzochte tbs-gestelden opgesteld.

Mogelijkheden tot effectonderzoek naar het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen – een voortrajectstudie

  • Looptijd: afgerond in 2011
  • Onderzoekers: Diana Roeg, Jaap van Weeghel, Chijs van Nieuwenhuizen
  • Gefinancierd door: Fonds Storm Rehabilitatie

Tijdens deze voortrajectstudie worden de mogelijkheden tot effectonderzoek naar SRH bepaald. Met behulp van de bevindingen van de voortrajectstudie beogen we te komen tot een wetenschappelijk verantwoord en praktisch haalbaar voorstel voor een gecontroleerde effectstudie naar het SRH in de Nederlandse GGZ. Na afronding van deze studie is er een promotieonderzoek gestart, getiteld: ‘Hoe effectief is het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen? Een randomized controlled trial’.

Promotieonderzoek

Emma Hofstra: Prevention of Suicide Mortality in Noord-Brabant: The Effect of Implementation of a Regional Suicide Prevention system. A staggered implementation stepped wedge trial

  • Looptijd: 2016 - heden
  • Promotoren: Prof. dr. Christina van der Feltz-Cornelis, Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen
  • Co-promotor: dr. Iman Elfeddali

Sinds 2007 is het landelijk suïcide cijfer in Nederland gestaag gestegen tot 1871 zelfdodingen in 2015. Noord-Brabant staat daarmee in aantallen sinds 2014 op de tweede plaats. Uit een inventarisatie is gebleken dat 60% van deze zelfdodingen voort kwam onder mensen die op dat moment niet in zorg waren bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Dit is een zeer onwenselijke situatie, aangezien 80-90% van de zelfdodingen gebeurt in het kader van een psychische stoornis, meestal een depressie, en door goede behandeling voorkómen had kunnen worden. Deze cijfers onderstrepen het belang om iets aan dit probleem te doen. In een samenwerking tussen GGz Breburg en andere GGZ-instellingen, GGDs, KNMG regio districten, de Depressievereniging en de familieraad van GGz Breburg, is subsidie verkregen op dit onderzoeksproject. Het project heeft als doel om effectief tot suïcidepreventie te komen door:

  • een online monitoringsysteem voor mensen die 'at risk' zijn om tot suïcide over te gaan
  • snelle toegang in de GGZ bij een gespecialiseerd team voor suïcidepreventie voor mensen at risk
  • follow-up door een verpleegkundige die nauw samenwerkt met een psychiater/psycholoog volgens het collaborative care model

Op deze wijze wordt beoogd 20% daling van zelfdodingen in Noord-Brabant te bereiken. De effecten van deze systeeminterventie worden geëvalueerd in een kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethodiek. Het onderzoek is ingebed in de Academische Afdeling Psychiatrie van GGz Breburg en binnen de Academische Werkplaats Geestdrift.

Greet Wilrycx: 'competenties van de professional verbeterd? Een longitudinale studie naar het implementeren van herstelondersteunende zorg

  • Looptijd: afgerond in 2013, promotie: 14 februari 2014
  • Promotoren: Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University), Dr. Anneloes van den Broek (GGZ Breburg), Dr. Marcel Croon (Tilburg University)
  • Gefinancierd door: GGz Breburg

Dit project omvat een longitudinaal onderzoek naar de effectiviteit van een scholingsprogramma herstelondersteunende zorg op de competenties van medewerkers binnen de chronische psychiatrie en de indirecte effecten hiervan op het herstelproces van patiënten met ernstige psychiatrische problematiek. Doel van het onderzoek is om vast te stellen of scholing een bijdrage kan leveren aan de herstelondersteunende competenties zoals deze worden gepropageerd door de herstelbeweging.

Neis Bitter: CAREER-studie: ‘Hoe effectief is het systematisch rehabilitatiegericht handelen?' Een randomized controlled trial

  • Looptijd: 2012 - heden
  • Promotoren: Prof. dr. Jaap van Weeghel (Tilburg University, Kenniscentrum Phrenos), Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University)
  • Co-promotor: Dr. Diana Roeg (Tilburg University)
  • Gefinancierd door: RIBW en Fonds Storm Rehabilitatie

Deze gecontroleerde effectstudie (Randomized Controlled Trial), die wordt uitgevoerd in 3 RIBW’s, heeft als doel de effectiviteit van SRH te onderzoeken. De helft van de teams zal de geüpdatete SRH-scholing volgen en ondersteund worden bij de implementatie en borging van SRH in de organisatie. De andere helft van de teams krijgt deze scholing en ondersteuning niet. Gedurende de studie zal worden gekeken naar de effecten op cliënten, de effecten van de SRH scholing op de modelgetrouwheid, de rehabilitatiegerichtheid van de zorg en de herstelkennis van de begeleiders bij de RIBW.

Hanneke van Gestel: 'Recovery is up to you'; Evaluation of a peer-run course

  • Looptijd: afgerond in 2011
  • Promotor: Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University)
  • Co-promotoren: Dr. Evelien Brouwers (Tilburg University), Dr. Marcel van Assen (Tilburg University)
  • Gefinancierd door: ZonMw
  • Publicatie: Van Gestel-Timmermans, H. (2011). Recovery is up to you; Evaluation of a peer-run course. Tilburg: Universiteit van Tilburg.

Een rct-onderzoek naar het effect van de door ervaringsdeskundigen ontwikkelde en uitgevoerde cursus 'Herstellen doe je zelf' op het herstel van de deelnemers. Het project was bedoeld om na te gaan wat de effecten van de cliëntgestuurde interventies zijn en om de cursus te standaardiseren en te evalueren. De cursus levert meerwaarde in het herstelproces van de deelnemers, zo blijkt uit het onderzoek.

Onderzoeksprojecten door GZ-psychologen in opleiding tot klinisch psycholoog

Rosi Reubsaet: Een onderzoek naar de psychometrische kwaliteiten van gestructureerde klinische risicotaxatie bij terbeschikkinggestelde vrouwen

  • Looptijd: afgerond in 2009
  • Supervisor: Chijs van Nieuwenhuizen (GGzE/Tilburg University)

Trefwoorden