Waarom laat je bloed prikken bij lithiumgebruik?
Als je lithium gebruikt, is het belangrijk om regelmatig je bloed te laten controleren.
Zo kan je behandelaar zien hoeveel lithium er in je bloed zit – niet te weinig, maar ook niet te veel. Dat noemen we de lithiumspiegel.
Lithium werkt het beste binnen een bepaalde marge. Een gemiddelde spiegel ligt tussen 0,4 en 0,8 mmol/L, maar dat kan per persoon verschillen.
Wat wordt er gecontroleerd?
Bij het bloedprikken kijken we naar:
- De lithiumspiegel: of de hoeveelheid lithium goed in balans is.
- De nierfunctie: omdat lithium via de nieren wordt uitgescheiden.
- De schildklierfunctie: omdat lithium de schildklier soms trager kan maken.
- Soms ook het calciumgehalte.
Hoe vaak en wanneer laat je prikken?
Standaard wordt er elke 3 maanden bloed geprikt. In het begin of bij een dosiswijziging kan dat wat vaker zijn, zodat de spiegel goed wordt ingesteld. Soms vragen we een extra controle als je ziek bent, uitdrogingsverschijnselen hebt of nieuwe medicijnen gebruikt.
Bloed prikken doe je bij voorkeur in de ochtend, 12 uur nadat je je laatste dosis hebt ingenomen (meestal ’s avonds). Dus als je om 21u je laatste dosis ingenomen hebt laat je om 9u in de ochtend bloed prikken.
Dat geeft het meest betrouwbare resultaat.