Symposium Polikliniek Forensisch Jeugdpsychiatrie 'Doen wat telt...'

  • mei 2020
  • 732
Jaarverslag 2019

'Doen wat telt in het forensische veld'. Dat was de pakkende titel van het middagsymposium dat op 31 januari plaats vond in het Badlab.

Na een tijd van bouwen, ontwikkelen en bijscholen stelde het team van de polikliniek forensische jeugdpsychiatrie Catamaran (kort: PFJ) vast dat het klaar was om zich aan de buitenwereld te presenteren.

Gisteren was het dan eindelijk zo ver. Een goed gevuld Badlab bestaande uit gretige jeugdzorgwerkers, ongeduldige jeugdbeschermers, hongerige reclasseringswerkers en leergierige medewerkers van andere zorgaanbieders was getuige van een goed uitgebalanceerd programma boordevol boeiende sprekers. En ik gok dat ze allen voldaan het Badlab verlieten.

Het openingswoord was van Joep Verbugt die er de aandacht op vestigde dat hoogspecialistische zorg ook (terecht) wat kost en dat we te allen tijden moeten blijven staan voor de inhoud van ons vak. Hopelijk hebben de beleidsmakers driftig aantekeningen gemaakt. Daarnaast stond hij stil bij de impact van alle administratieve lasten. Deze thema's werden duidelijk herkend door de toehoorders.

Vervolgens was het de beurt aan Chijs van Nieuwenhuizen. Ze vertrok vanuit de gedachte dat de Catamaran HIP is: Herstelondersteunde zorg, Innovatieve meet- en behandelinstrumenten en Patiëntprofielen vormen de kern van het werk binnen de polikliniek waarbij praktijk en wetenschap hand in hand gaan. Ze wist de zaal op inhoud goed mee te nemen en terloops vestigde ze de aandacht op de collega's die dagelijks uitvoering geven aan ons boeiende werk.

Daarna gaf jeugdofficier van justitie Bertine Schmeets een inkijkje in haar dagelijks werk. Erg amusant om te horen hoe iemand veel plezier kan hebben in het opsporen en aanpakken van jonge boefjes, maar tegelijkertijd ook sensitief is voor het feit dat het 'gewoon' jongeren zijn die soms ook al geholpen zijn met een wat strenge aanpak. Een crimefighter met een vleugje moederlijk instinct doet soms wonderen.

Na de pauze was het tijd voor ervaringsverhalen. Een cliënte nam ons mee in haar verhaal. Ze vertelde ons over haar schrijnende thuissituatie en maakte inzichtelijk hoe ze kwam tot een levensstijl die haar weinig goeds bracht, met als dieptepunt een periode vol middelengebruik en geweld. Ze vertelde hoe ze in de eerste fase van de behandeling weinig mee kreeg van alle goede intenties, maar dat dat gaandeweg toch veranderde: 'eerst ging ik gewoon blowen voor de groepstraining en was ik gewoon rustig en dachten ze dat ik goed oplette (not!), maar later merkte ik dat ze soms best goede dingen zeiden'. De volhardendheid van onze collega's en haar eigen pit en gezonde kant maakte uiteindelijk een mooie co-productie mogelijk waardoor ze nu haar verhaal met kracht en overtuiging kon vertellen. Ze deed haar verhaal 'by heart' in alle betekenissen van het woord. Het was muisstil in de zaal.

Zo ook bij het verhaal van een moeder van een cliënte. Ze nam ons mee in een geschiedenis vol bezorgdheid, stress en een lange wandel langs allerlei hulpverleningsinstanties met haar dochter met forse emotionele problemen. Jeanne van Loon interviewde haar en liet haar haar integere en aangrijpende verhaal vertellen waarbij ze ons als hulpverleners nog mee gaf dat we de impact niet moeten onderschatten van vele afgebroken behandeltrajecten en van een boodschap als: 'mevrouw, we gaan uw dochter op straat zetten omdat we haar niet meer kunnen helpen'. Ook nu kon je een speld horen vallen.

Voordat we overgingen tot een plenaire discussie werd nog even de videoscribe die door de collega's is gemaakt getoond. Zie hier ook de link.

Tenslotte werd de informatiemarkt geopend waarbij een groot aantal collega's van de polikliniek en van de onderzoeksgroep acte de présence gaven en zich bereid toonden om al hun kennis te delen met de aanwezigen.

Soms heb je zo'n symposium wat je sluimerend uitzit omdat je je accreditatiepunten nog moet halen en gluur je om de vijf minuten op je mobieltje om even te kijken hoe lang het nog duurt. Dit was een symposium van een hele andere orde. Het was een mooie mix tussen kennisoverdracht, ervaringen en het belichten van verschillende perspectieven. Een enkele technische hick up mocht de pret niet drukken... De zaal was gevuld met mensen met oprechte betrokkenheid bij de doelgroep. En als managementteam kun je alleen maar trots zijn op een team dat dit allemaal zonder morren heeft georganiseerd.

Al met al was het een prima middag. Er liggen echter nog wel wat uitdagingen voor ons. Hoe houden we een goede mix tussen het volgen van de hulpvraag van de cliënt versus het belang van 'hard' risicomanagement? Hoe zorgen we voor continuïteit van zorg bij een cliëntengroep die soms maar met moeite aanhaakt? Hoe maken we vernieuwingen uit de onderzoeksgroep echt onderdeel van de behandeling? Gaan we het poliklinisch aanbod in aanmerking laten komen voor het TOPGGz keurmerk? En hoe maken wij ons als managers hard voor financiering van dit aanbod? Dat zijn mooie thema's voor een volgend symposium.